Klik hier om het antwoord te zien
Uitleg:
In deze zin gebruiken we “wil” en niet “wilt”. Dit komt door de volgende grammaticaregels:
1. Het werkwoord “willen” is een onregelmatig werkwoord in het Nederlands.
2. In de tegenwoordige tijd vervoegen we “willen” als volgt:
– ik wil
– jij wilt / u wilt
– hij/zij/het wil
– wij willen
– jullie willen
– zij willen
3. In dit geval is “mijn zus” het onderwerp van de zin. Omdat “zus” in de derde persoon enkelvoud staat (hij/zij/het), gebruiken we de vorm “wil”.
4. De vorm “wilt” wordt alleen gebruikt bij de tweede persoon enkelvoud (jij/u), bijvoorbeeld:
– “Jij wilt een boek lezen.”
– “Wilt u een boek lezen?”
Dus, de correcte zin blijft: “Mijn zus wil een boek lezen.”