𝐔𝐢𝐭𝐥𝐞𝐠 
Het antwoord is: Nee 
Het verschil tussen “alleen-zijn” en “alleen zijn” zit in het gebruik en de betekenis: 
 
A. Alleen-zijn (met een streepje): Dit is een zelfstandig naamwoord en verwijst naar de toestand of het concept van alleen zijn. Het gaat om 𝐡𝐞𝐭 𝐢𝐝𝐞𝐞 𝐨𝐟 𝐝𝐞 𝐬𝐭𝐚𝐚𝐭 𝐯𝐚𝐧 𝐡𝐞𝐭 𝐚𝐥𝐥𝐞𝐞𝐧 𝐳𝐢𝐣𝐧.  
Bijvoorbeeld: 
“Het alleen-zijn kan soms heel verfrissend zijn.” 
 
B. Alleen zijn (zonder streepje): Dit is een 𝐰𝐞𝐫𝐤𝐰𝐨𝐨𝐫𝐝𝐬𝐯𝐨𝐫𝐦 en beschrijft de 𝐚𝐜𝐭𝐢𝐞 𝐯𝐚𝐧 𝐚𝐥𝐥𝐞𝐞𝐧 𝐳𝐢𝐣𝐧. Het wordt gebruikt om te zeggen dat iemand op een bepaald moment alleen is.  
Bijvoorbeeld: 
“Ik wil even alleen zijn.” 
 
Kort gezegd, “alleen-zijn” is een zelfstandig naamwoord (de toestand), terwijl “alleen zijn” een werkwoordsvorm is (de actie). 
 
“𝐇𝐢𝐣 𝐯𝐞𝐫𝐤𝐢𝐞𝐬𝐭 𝐦𝐨𝐦𝐞𝐧𝐭𝐞𝐧 𝐯𝐚𝐧 𝐚𝐥𝐥𝐞𝐞𝐧 𝐳𝐢𝐣𝐧 𝐛𝐨𝐯𝐞𝐧 structureel 𝐚𝐥𝐥𝐞𝐞𝐧-𝐳𝐢𝐣𝐧.” 
“momenten van alleen zijn” is correct zonder koppelteken, omdat het hier als werkwoordelijke uitdrukking wordt gebruikt. 
“constant alleen-zijn” is correct met koppelteken, omdat het hier als zelfstandig naamwoord fungeert.

𝐔𝐢𝐭𝐥𝐞𝐠   
Er is een subtiel maar belangrijk verschil tussen “werkloos” en “werkeloos”: 

De zin beschrijft een tiener die 𝐩𝐚𝐬𝐬𝐢𝐞𝐟 𝐞𝐧 𝐨𝐧𝐛𝐞𝐭𝐫𝐨𝐤𝐤𝐞𝐧 𝐢𝐧 𝐝𝐞 𝐥𝐞𝐬 𝐳𝐢𝐭. “Werkeloos” betekent hier dat de student niets doet en niet actief deelneemt aan de les.​​​​​​​​​​​​​​​​

1. 𝐖𝐞𝐫𝐤𝐥𝐨𝐨𝐬: Dit betekent dat iemand 𝐠𝐞𝐞𝐧 𝐛𝐚𝐚𝐧 𝐨𝐟 𝐰𝐞𝐫𝐤 heeft, maar wel beschikbaar is voor werk en actief op zoek is naar een baan. Het wordt vaak gebruikt in een economische of sociale context, bijvoorbeeld bij het bespreken van werkloosheidscijfers. 
    
2. 𝐖𝐞𝐫𝐤𝐞𝐥𝐨𝐨𝐬: Dit woord betekent 𝐥𝐞𝐭𝐭𝐞𝐫𝐥𝐢𝐣𝐤 “𝐳𝐨𝐧𝐝𝐞𝐫 𝐰𝐞𝐫𝐤” 𝐨𝐟 “𝐧𝐢𝐞𝐭𝐬 𝐝𝐨𝐞𝐧𝐝”. Het kan worden gebruikt om een 𝐭𝐢𝐣𝐝𝐞𝐥𝐢𝐣𝐤𝐞 𝐬𝐢𝐭𝐮𝐚𝐭𝐢𝐞 te beschrijven waarin iemand niets te doen heeft, of om iemand te beschrijven die passief is en geen actie onderneemt. 
    
   Het belangrijkste verschil is dus dat “werkloos” specifiek verwijst naar 𝐢𝐞𝐦𝐚𝐧𝐝 𝐳𝐨𝐧𝐝𝐞𝐫 𝐛𝐚𝐚𝐧, terwijl “werkeloos” een 𝐛𝐫𝐞𝐝𝐞𝐫𝐞 𝐛𝐞𝐭𝐞𝐤𝐞𝐧𝐢𝐬 heeft en kan verwijzen naar iemand die op een bepaald moment niets te doen heeft, ongeacht of ze een baan hebben of niet.

251
𝐔𝐢𝐭𝐥𝐞𝐠  
Twee plastisch chirurgen voerden de operatie uit. 
𝐀. 𝐆𝐞𝐛𝐫𝐮𝐢𝐤 𝐯𝐚𝐧 𝐨𝐧𝐯𝐞𝐫𝐛𝐨𝐠𝐞𝐧 𝐛𝐢𝐣𝐯𝐨𝐞𝐠𝐥𝐢𝐣𝐤 𝐧𝐚𝐚𝐦𝐰𝐨𝐨𝐫𝐝 
Het woord ‘plastisch’ blijft onverbogen in combinatie met ‘chirurg’. Dit is correct omdat het een specifiek beroep aanduidt. Andere voorbeelden van beroepen met onverbogen bijvoeglijke naamwoorden zijn: 
 
fiscaal jurist 
algemeen secretaris 
technisch tekenaar 
grafisch ontwerper 
forensisch patholoog 
culinair journalist 
 
𝐁. 𝐁𝐞𝐭𝐞𝐤𝐞𝐧𝐢𝐬𝐯𝐞𝐫𝐬𝐜𝐡𝐢𝐥 𝐛𝐢𝐣 𝐯𝐞𝐫𝐛𝐮𝐢𝐠𝐢𝐧𝐠 
Verbuiging kan de betekenis veranderen. ‘Plastisch chirurg’ duidt op het beroep, terwijl ‘plastische chirurg’ kan verwijzen naar een kneedbare chirurg. 
Vergelijk: De sociaal werker helpt mensen vs. De sociale werker brengt koekjes mee. 
 
𝐂. 𝐌𝐞𝐞𝐫𝐯𝐨𝐮𝐝𝐬𝐯𝐨𝐫𝐦𝐞𝐧 
Ook in het meervoud blijft het bijvoeglijk naamwoord onverbogen om het specifieke beroep aan te duiden. 
Voorbeeld: Twee plastisch chirurgen voerden de operatie uit. 
 
𝐃. 𝐕𝐚𝐤𝐠𝐞𝐛𝐢𝐞𝐝 𝐦𝐞𝐭 𝐯𝐞𝐫𝐛𝐨𝐠𝐞𝐧 𝐯𝐨𝐫𝐦 
Het vakgebied gebruikt wel de verbogen vorm: plastische chirurgie. 
Vergelijkbaar: Een beeldend kunstenaar beoefent beeldende kunst. 
 
𝐄. 𝐄𝐱𝐭𝐫𝐚 𝐛𝐢𝐣𝐯𝐨𝐞𝐠𝐥𝐢𝐣𝐤 𝐧𝐚𝐚𝐦𝐰𝐨𝐨𝐫𝐝 𝐯𝐨𝐨𝐫 ‘𝐩𝐥𝐚𝐬𝐭𝐢𝐬𝐜𝐡 𝐜𝐡𝐢𝐫𝐮𝐫𝐠’ 
Bij toevoeging van een extra bijvoeglijk naamwoord vóór ‘plastisch chirurg’, wordt dit nieuwe bijvoeglijk naamwoord wél verbogen. 
Voorbeeld: De bekwame plastisch chirurg heeft een lange wachtlijst.