A. Juiste vorm:

• De correcte uitdrukking is “in het gevlij komen”
• “In het gevlei komen” is onjuist

1. Hij probeerde bij zijn nieuwe schoonouders in het gevlij te komen door overdreven complimenten te geven.

B. Betekenis:

• “In het gevlij komen” betekent iemands gunst proberen te winnen
• Het impliceert vaak onoprechtheid of eigenbelang

1. De ambitieuze stagiair deed alles om bij de directeur in het gevlij te komen.

C. Etymologie:

• “Gevlij” komt van het werkwoord “vlijen”
• Het betekent oorspronkelijk “zich schikken” of “zich aanpassen”

D. Vergelijking met “gevlei”:

• “Gevlei” is een apart woord, afgeleid van “vleien”
• Het betekent “overdreven lof” of “strooplikkerij”

1. Haar gevlei was zo overduidelijk dat niemand het serieus nam.​​​​​​​​​​​​​​​​

Klik hier om het antwoord te zien

Uitleg

‘Moreel’ en ‘moraal’ kunnen beide gebruikt worden om geestelijke kracht of zelfvertrouwen aan te duiden, maar er zijn subtiele verschillen in gebruik:

A. ‘Moreel’ wordt vaak gebruikt in formele of militaire contexten.

1. De generaal sprak zijn troepen toe om het moreel hoog te houden tijdens de lange missie.

B. ‘Moraal’ is gangbaarder in alledaagse situaties, vooral in de sport.

2. Na drie overwinningen op rij was de moraal in het voetbalteam uitstekend.

C. Beide woorden kunnen gebruikt worden om de stemming of het zelfvertrouwen van een groep aan te duiden.

3. Het slechte weer tijdens het bedrijfsuitje had een negatieve invloed op het moreel/de moraal van de medewerkers.

D. ‘Moraal’ heeft ook andere betekenissen, zoals ‘ethiek’ of ‘les’.

4. De moraal van het verhaal is dat eerlijkheid loont.

E. Als bijvoeglijk naamwoord wordt alleen ‘moreel’ gebruikt.

5. We stonden voor een moreel dilemma toen we moesten kiezen tussen twee kwaden.

De teller en de noemer van een breuk worden doorgaans los geschreven, zowel bij zelfstandig als bij bijvoeglijk gebruik. “Driekwart” is een uitzondering en wordt aaneengeschreven als het als bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt. Bij zelfstandig gebruik kun je zowel “driekwart” als “drie kwart” schrijven.

Voorbeelden van bijvoeglijk gebruik:

1. Driekwart uur is genoeg voor de taak.
2. Driekwart jas is ideaal voor de lente.
3. Driekwart liter is toegevoegd aan het recept.

Voorbeelden van zelfstandig gebruik:

1. Drie kwart van de werknemers was aanwezig.
2. Drie kwart van de bezoekers kwam op tijd.
3. Drie kwart van de boeken is verkocht.

Andere breuken worden meestal los geschreven, zoals:

• Vier vijfde van de medewerkers was op tijd. (Zelfstandig gebruik)
• Zes tiende van de aanwezigen kreeg een prijs. (Zelfstandig gebruik)
• Zeven tiende millimeter is de gewenste dikte. (Bijvoeglijk gebruik)
• Zeven achtste seconde duurde de actie. (Bijvoeglijk gebruik)