𝐔𝐢𝐭𝐥𝐞𝐠 
De woorden “ruilen tegen”, “ruilen voor”, en “ruilen met” worden in verschillende contexten gebruikt en hebben subtiele verschillen in betekenis. 
 
𝟏. 𝐑𝐮𝐢𝐥𝐞𝐧 𝐭𝐞𝐠𝐞𝐧 
Betekenis: Dit gebruik je wanneer je iets inwisselt voor een ander item. Het suggereert een directe uitwisseling waarbij je iets krijgt in ruil voor iets anders. 
 
𝐕𝐨𝐨𝐫𝐛𝐞𝐞𝐥𝐝𝐳𝐢𝐧𝐧𝐞𝐧: 
“Hij ruilde zijn oude fiets tegen een nieuw model.” 
“Ze ruilde haar boek tegen een ander exemplaar in de bibliotheek.” 
Uitleg: In deze zinnen wordt benadrukt dat er een directe ruil plaatsvindt tussen twee specifieke dingen: een oude fiets voor een nieuwe, een boek voor een ander boek. 
 
𝟐. 𝐑𝐮𝐢𝐥𝐞𝐧 𝐯𝐨𝐨𝐫 
Betekenis: Dit wordt gebruikt wanneer je iets opgeeft om iets anders te verkrijgen, vaak in de zin van waarde of doel. Het focust meer op wat je krijgt in ruil voor wat je aanbiedt. 
 
𝐕𝐨𝐨𝐫𝐛𝐞𝐞𝐥𝐝𝐳𝐢𝐧𝐧𝐞𝐧: 
“Hij ruilde zijn vrije tijd voor extra werkuren.” 
“Ze ruilde haar punten voor een cadeaubon.” 
Uitleg: Hier ligt de nadruk op wat je ontvangt als resultaat van de ruil. Het eerste voorbeeld impliceert een uitwisseling van tijd voor werk, terwijl het tweede een uitwisseling van punten voor een cadeaubon betreft. 
 
𝟑. 𝐑𝐮𝐢𝐥𝐞𝐧 𝐦𝐞𝐭 
Betekenis: Dit gebruik je wanneer je benadrukt met wie je de ruil uitvoert. Het gaat om de persoon of partij waarmee je ruilt. 
𝐕𝐨𝐨𝐫𝐛𝐞𝐞𝐥𝐝𝐳𝐢𝐧𝐧𝐞𝐧: 
“Hij ruilde kaarten met zijn vriend.” 
 
“𝐇𝐢𝐣 𝐫𝐮𝐢𝐥𝐝𝐞 𝐳𝐢𝐣𝐧 𝐨𝐮𝐝𝐞 𝐭𝐞𝐥𝐞𝐟𝐨𝐨𝐧 𝐭𝐞𝐠𝐞𝐧/𝐯𝐨𝐨𝐫 𝐞𝐞𝐧 𝐧𝐢𝐞𝐮𝐰𝐞 𝐥𝐚𝐩𝐭𝐨𝐩.” 
Ruilen tegen: “Hij ruilde zijn oude telefoon tegen een nieuwe laptop.” 
Hier ligt de nadruk op de directe uitwisseling van zijn oude telefoon voor een laptop. 
 
Ruilen voor: “Hij ruilde zijn oude telefoon voor een nieuwe laptop.” 
In deze versie wordt de nadruk gelegd op wat hij ontvangt (de laptop) in ruil voor zijn oude telefoon. 
 
𝐁𝐞𝐢𝐝𝐞 𝐯𝐨𝐫𝐦𝐞𝐧 𝐳𝐢𝐣𝐧 𝐢𝐧 𝐝𝐢𝐭 𝐠𝐞𝐯𝐚𝐥 𝐜𝐨𝐫𝐫𝐞𝐜𝐭 𝐞𝐧 𝐠𝐞𝐯𝐞𝐧 𝐞𝐞𝐧 𝐯𝐞𝐫𝐠𝐞𝐥𝐢𝐣𝐤𝐛𝐚𝐫𝐞 𝐛𝐞𝐭𝐞𝐤𝐞𝐧𝐢𝐬, 𝐚𝐥 𝐥𝐢𝐠𝐭 𝐡𝐞𝐭 𝐚𝐜𝐜𝐞𝐧𝐭 𝐧𝐞𝐭 𝐢𝐞𝐭𝐬 𝐚𝐧𝐝𝐞𝐫𝐬.