Vraag 118: Wat is de juiste uitspraak? “Auto”

1. Beide uitspraken, ‘oto’ en ‘auto’, zijn correct in het moderne Nederlands.

2. Historische context:
– De uitspraak ‘oto’ was oorspronkelijk het meest gebruikelijk.
– Dit kwam waarschijnlijk door Franse invloed in de auto-industrie en de elite.

3. Evolutie van de uitspraak:
– In de loop van de 20e eeuw werd ‘auto’ steeds gebruikelijker.
– Woorden als autobiografie en autocraat hebben hier mogelijk aan bijgedragen.

4. Huidige situatie:
– ‘Auto’ lijkt nu het meest gebruikt, maar ‘oto’ is nog steeds aanwezig.
– ‘Oto’ wordt soms geassocieerd met ouderwetse adel.

5. Interessante historische anekdote over ‘autokineet’ en ‘ipsomobiel’ als theoretische alternatieven.

Deze informatie onderstreept het belang van taalhistorie en sociolinguïstische factoren in de ontwikkeling van uitspraak. Het laat ook zien hoe taal evolueert en hoe verschillende uitspraakvarianten naast elkaar kunnen bestaan.

Er zijn meer voorbeelden in het Nederlands waar uitspraakvarianten naast elkaar bestaan, vaak met een interessante taalhistorische achtergrond. Hier volgen enkele voorbeelden:

1. Service
– Uitspraak: ‘servies’ of ‘serwis’
– De ‘servies’-uitspraak komt uit het Frans, terwijl ‘serwis’ meer aansluit bij de Engelse uitspraak.

2. China (het land)
– Uitspraak: ‘sjina’ of ‘kiena’
– ‘Sjina’ is de traditionele Nederlandse uitspraak, ‘kiena’ is gebaseerd op de Engelse uitspraak.

3. Bioscoop
– Uitspraak: ‘bioskoop’ of ‘biejoskoop’
– De eerste variant is meer algemeen, de tweede komt vaker voor in bepaalde regio’s.

4. Computer
– Uitspraak: ‘kompjoeter’ of ‘kompoeter’
– De eerste is gebaseerd op de Engelse uitspraak, de tweede is een vernederlandste versie.

5. Cadeau
– Uitspraak: ‘kado’ of ‘kadoo’
– De eerste volgt de Franse uitspraak, de tweede is een vernederlandste variant.

6. Paraplu
– Uitspraak: ‘parapluu’ of ‘paraplu’ (met korte u)
– De lange ‘uu’-klank is traditioneler, de korte ‘u’ komt vaker voor in hedendaags gebruik.

7. Mayonaise
– Uitspraak: ‘majonèse’ of ‘majoneeze’
– De eerste variant is meer Frans georiënteerd, de tweede meer vernederlandst.

Deze voorbeelden tonen aan hoe leenwoorden, regionale verschillen, en de invloed van andere talen kunnen leiden tot uitspraakvariatie in het Nederlands. Ze laten ook zien hoe taal zich blijft ontwikkelen en hoe verschillende uitspraken naast elkaar kunnen bestaan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *